Voor Hans van Tricht was het de laatste zomer als bovenschools schoolbestuurder van Scholengroep Wijzer. ‘In dit dorp ben ik ook begonnen als leerkracht’, zegt hij. ‘In een huis met een bedstee, dat was toen nog heel gebruikelijk.’ Bunschoten-Spakenburg staat bij voetballiefhebbers bekend als het dorp met drie voetbalverenigingen: de IJsselmeervogels, die de meeste titels won in het amateurvoetbal. SV Spakenburg die vorig jaar de halve finale in de beker haalde, maar uiteindelijk door PSV werd uitgeschakeld. En zelf was Van Tricht actief bij de derde club in het dorp, VV Eemdijk. ‘Als leerkracht was ik net de keeper: zoveel mogelijk de nul houden. Ik wilde voorkomen dat kinderen bleven zitten en alleen als het niet anders kon, was mijn advies het jaar opnieuw doen.’
Tijdens zijn directeurschap kreeg hij te maken met collega’s die leerlingen wilden doorverwijzen naar het SBO, omdat ze het gewenste niveau niet haalden. ‘Ik ging mee in die flow van als een kind het niet redt, dan kan hij/zij altijd naar het speciaal onderwijs. Dat leek toen de beste oplossing. Vervolgens kwam het begrip Passend Onderwijs op. Wat achteraf niet meer was dan een bezuinigingsmaatregel. Niet gedacht vanuit het kind en zijn/haar behoeften, of vanuit een ideologie. Maar eerder: als we kinderen in het reguliere onderwijs houden, besparen we veel geld.’
‘Als leerkracht wilde ik net als de keeper de nul houden’
Studiereis
Met een studiereis naar Canada in 2019 veranderde de visie van Van Tricht. Het begon eigenlijk al eerder, zegt hij. Toen de mogelijkheid zich in het jaar ervoor aandiende om een nieuw schoolgebouw te mogen neerzetten met daarin twee basisscholen en een school voor het speciaal basisonderwijs zodat kinderen niet meer met het busje het dorp uit hoefden. ‘Die kinderen gingen naar De Werf, een school in Amersfoort. De opzet was dat dit gebouw een dependance zou worden van hen.’ Het hele idee lag klaar, zegt hij, toen de kans voorbijkwam om op studiereis te gaan naar Canada waar inclusief onderwijs op katholieke scholen al 25 jaar wordt toegepast. Wat Van Tricht daar zag was passie, overtuiging en overgave vanuit leerkrachten om kinderen binnen het reguliere onderwijs te houden. Met ouders die het belangrijk vinden dat hun kinderen met alle kinderen, ongeacht hun achtergrond, omgaan. En daar ontmoette hij ook de ouders van Sophia. Een achtjarig meisje dat vanwege haar vroeggeboorte een handicap had en het allerliefste naar een reguliere basisschool wilde. Geen uitzonderingspositie, maar net als alle andere kinderen meedoen met slaapfeestjes, verjaardagspartijtjes en sporten. In de klas zat zij, geassisteerd door een begeleider, te werken aan haar opdrachten.
‘Mijn doel is kinderen als Sophia in het reguliere onderwijs te houden’
‘Wat mij raakte’, voegt hij toe, ‘was dat zij mij deed denken aan mijn eigen kleindochter die eveneens te vroeg was geboren en het niet redde. Stel dat ze net als Sophia een handicap had, zou ze dan in ons huidige systeem de afslag Bijzonder Onderwijs moeten nemen? Dat je niet meer bij de groep hoort, maar daarbuiten staat? Terwijl als je inclusief onderwijs hebt, zet je kinderen niet apart. Dan hou je ze zo lang mogelijk erbij. En toen ik daar wegliep, bedacht ik me: Ik ga er alles aan doen zodat kinderen als Sophia in het reguliere onderwijs kunnen blijven. Na overleg, ook met de mensen in Canada, besloten we toen ook om die dependance van De Werf niet te realiseren, maar ons te richten op een inclusieve school.’ Inmiddels, zegt Van Tricht, gaan van de 45 nog maar zestien kinderen naar De Werf in Amersfoort.
Mindset
Voor Van Tricht is het duidelijk. Kinderen horen bij elkaar, ongeacht hun achtergrond. Tot 2035 hebben scholen de tijd om inclusief onderwijs te realiseren. Het begint altijd met een mindset, zegt hij. Wat hij bemerkt is dat er nog te veel leraren zijn die inclusief onderwijs niet handig vinden in de klas en het eerlijk gezegd liever niet hebben. Want zeggen ze: zo’n kind heeft extra aandacht nodig, terwijl de kinderen die er zijn al te weinig krijgen. Zij zien eerder de bezwaren dan de ideologie. Daar moeten we ook begrip voor hebben, zegt hij. Want als de juiste mindset en overtuiging er eenmaal zijn, gaan die het winnen van de aanvankelijke weerstand, daar is hij van overtuigd.
Maar wat ook meespeelt, is dat de Inspectie scholen afrekent op de hoogte van hun citoscores. ‘Als je dan als school je nek uitsteekt en inclusief onderwijs toepast, en de scores zijn lager, kun je daarop afgerekend worden. Terwijl de Inspectie onderdeel uitmaakt van hetzelfde ministerie dat verwacht van scholen dat ze inclusief onderwijs gaan invoeren. Dat maakt het voor scholen niet makkelijker. Volgens de inspectie mogen de scores geen belemmering zijn, maar de praktijk is weerbarstig.’
‘Als je erin gelooft, ga er dan voor’
Hoe is het de Scholengroep Wijzer gelukt om het inclusief onderwijs in de praktijk langzaam handen en voeten te geven? Volgens Van Tricht moet je als school gewoon beginnen. Op één school heeft het inmiddels vorm gekregen en op de anderen vindt het de komende jaren plaats. De ambities zijn verwoord in het Koersplan.Volgens hem moet je niet alles eerst grondig in kaart willen brengen, ‘dan krijg je te veel ja-maars’. Veranderingen doorvoeren kan, zegt hij, op twee manieren: je kunt starten en zien wat je onderweg tegenkomt of eerst beginnen met grondig onderzoek waar je drie jaar over doet. ‘Het is hetzelfde als met verliefd zijn. Als je erin gelooft, ga er dan voor!’ Overigens, voegt hij toe, scholen die hulp nodig hebben kunnen terugvallen op de Ambassadeurs, zoals hijzelf, van het Inclusief Onderwijs. Twintig in totaal, die ieder hun ervaring en expertise hebben op dit vlak. Ook het Samenwerkingsverband kan hierover goed advies geven, aldus Van Tricht. Als bestuurder koos hij ervoor de leerkrachten te laten specialiseren op verschillende terreinen, zodat de kennis altijd in huis is en geen gebruik hoeft te worden gemaakt van externe krachten. Dat scheelt tijd en geld.
Nooit meer het dorp uit
Uit verschillende onderzoeken blijkt dat kinderen die naar het Speciaal Onderwijs zijn gegaan, zich geïsoleerd voelen van hun leeftijdsgenoten en zelfs als late volwassenen nooit het stigma kwijtraken van degene die ‘met het busje naar school ging’. Die kinderen missen ook veel: alles wat na de reguliere schooltijd plaatsvindt omdat ze afhankelijk zijn van extern vervoer. ‘Eerst was het fijn voor ze, zich niet meer de domste te voelen van de klas. Maar je blijft toch altijd die uitzondering. En we hebben jarenlang veronachtzaamd dat dit zo lang doorwerkt, zegt Van Tricht. Terwijl het kinderen helemaal niet uitmaakt of klasgenoten hulp nodig hebben of niet. Kinderen zijn daarin heel flexibel. Ze zijn gewend dat de een hulp nodig heeft bij het strikken van zijn schoenen, de ander bij het leren, weer een ander bij de sportlessen of het maken van een tekening. Voor kinderen is het ook niet gek dat twee keer op een dag de remedial teacher bij een klasgenoot aanschuift om te helpen. Zo is binnen de scholengroep een leerlinge die heel slecht ziet met een begeleider die haar helpt alle gegeven instructies goed te begrijpen. ‘De rest van de klas vindt dat niet bijzonder. Als kinderen vanaf het begin van elkaar weten, waar ze hulp bij nodig hebben, dan heeft niemand meer een uitzonderingspositie.’
En, zegt Van Tricht, het maakt ouders tot in hun ziel gelukkig als hun kind het dorp niet meer uit hoeft. Zij dachten daardoor dat hun kind anders was. ‘Nu gaat het kind naar een reguliere school en hoort het er wel bij’, zegt hij. ‘Soms krijgen wij groepen professionals die komen kijken hoe wij het doen en die dan vragen: waar zijn de inclusieve kinderen? Maar die zijn niet als zodanig zichtbaar. Tenzij ze in een rolstoel zitten, maar anders valt het niet meer echt op.’
Lessons Learned
– Begin gewoon, en ga niet eerst jaren onderzoek doen
– Maak gebruik van de deskundigheid van anderen, zoals het Samenwerkingsverband of de Ambassadeurs van het Inclusief Onderwijs
– Bied eigen leerkrachten de mogelijkheid tot het volgen van trainingen en onderwijs in het kader van inclusief onderwijs, dit bespaart geld en zorgt voor deskundigheid in huis
– Pluk laaghangend fruit. Geef als bestuurder ruimte aan de school die de mindset op orde heeft.